De verslaving van onze zoon bepaalde ons hele leven
Onze zoon Pim is verslaafd aan cocaïne. Hij deed meerdere afkickpogingen, maar valt telkens weer terug in zijn verslaving. In eerste instantie probeerden we hem zelf te redden, maar dat had weinig resultaat. Volgens Pim had hij geen probleem, wíj hadden een probleem. Hij ging braaf mee naar de verslavingszorg, maar achter onze rug lachte hij ons uit: hij deed het alleen om ons rustig te houden, zodat hij kon blijven gebruiken. We hebben hem een keer op de fiets naar de verslavingszorg gebracht. Bij de oprijlaan namen we afscheid en zijn wij teruggefietst. De dag erna kregen we een telefoontje van de begeleider: hij was niet eens binnen geweest, hij was direct via een andere route terug naar huis gefietst. Dan denk je dat je aan het helpen bent, maar het gaat alleen maar slechter en slechter.
Ons ‘helpen’ bestond uit opvissen, opvangen, redderen. Als Pim gebruikt, gebruikt hij grote hoeveelheden. Dan wordt hij paranoia, trekt zich terug, doet de deur niet meer open en neemt de telefoon niet meer op. We willen vooral contact houden, hem niet verliezen. We hebben ooit keihard op zijn deur staan bonken. Uit onmacht, woede, alles door elkaar. We waren volledig in paniek. Hij was thuis, maar de deur ging niet eens op een kier. Je voelt je zo machteloos!
De verslaving laat ook littekens na op ons gezin. Het heeft veel invloed gehad op onze twee dochters, die het van jongs af aan hebben meegemaakt. De jongste zegt: tot hier en niet verder, ik wil mezelf beschermen. De oudste vindt het juist moeilijk om afstand te bewaren. Ze ziet hoe eenzaam haar broer is in zijn strijd en trekt het zich verschrikkelijk aan. Maar ook wij als ouders gaan er op onze eigen manier mee om: de een wil alles op een rijtje zetten en het probleem oplossen, de ander is alleen maar ontredderd, verdrietig en angstig. We raakten verstrooid binnen het gezin, omdat ieder er anders in stond.
We hebben gelukkig een goed contact met de instelling waar Pim onder behandeling is. We worden ook echt bij de behandeling betrokken. We zijn via de instelling aangemeld voor gezinstherapie. De gesprekken gingen vooral over: hoe ga je om met iemand die verslaafd is? Hoe kun je elkaar daarbij helpen? Waar sta je zelf en waar sta je samen? We begrijpen nu dat wij vieren Pim niet kunnen redden, dat hij het zelf moet doen. We zagen onszelf in de spiegel die de therapeut ons voorhield en dachten: wat zijn we in godsnaam aan het doen? We hebben zelfs even gedacht: we staan zijn beter-worden in de weg. Dat wil je toch niet?
De verslaving van onze zoon bepaalde ons hele leven. We waren altijd met hem bezig. We nodigden geen vrienden uit, omdat we het te pijnlijk vonden om hun goedbedoelde vragen te beantwoorden. We gingen niet op vakantie, omdat we Pim niet alleen durfden te laten. We konden niet meer genieten van onze eigen dingen. Daar staan we nu anders in. Er is meer afstand. Het probleem van onze zoon laat zich niet zomaar oplossen, daar zijn we sinds de laatste terugval wel achter. We ondersteunen hem nog wel, maar het is duidelijk dat hij het zelf moet oplossen. Ons leven gaat ook verder. We willen als gezin staande blijven en als dat niet met zijn vijven is, dan toch zeker met zijn vieren. Dus zijn we deze zomer drie weken in het buitenland geweest. We dachten: Pims verslaving is er en blijft er, maar we gaan wel weg! Een jaar geleden was die reis ondenkbaar geweest.
Tips
- Je kunt je kind ondersteunen, maar niet redden.
- Geef ook aandacht aan de rest van het gezin.