Overslaan en naar de inhoud gaan

Primaire tabs

100 Af en toe een ankertje zijn
Ervaringen

Af en toe een ankertje zijn

Mijn vader woont sinds een aantal jaren in een verzorgingshuis aan de andere kant van het land. Tot op hoge leeftijd was hij een zelfstandig levend mens, die de krant spelde om goed op de hoogte te zijn van het wereldnieuws. Een man die er prat op gaat hoeveel hij weet. Het is zeer pijnlijk voor hem om op een plek te wonen waar hij in zijn vrijheid beperkt wordt. Hij had zich het leven zo anders voorgesteld.

Mijn vader weet veel van de wereld uit de krant, maar het dagelijkse leven, zijn omgang met mensen, met zijn dochters, zijn twee vrouwen en anderen in de familie is zeer moeizaam. Mijn vader ziet zich als een intelligente heer, hij houdt van felle debatten en wil altijd winnen. Zelfs nu nog weet hij altijd wat te vinden waarvoor hij wil strijden. En hij heeft altijd gelijk.

Voordat mijn vader in het verzorgingshuis terecht kwam had ik weinig contact met hem. We belden elkaar een paar keer jaar. Zo'n gesprek kon vriendelijk verlopen en dan ineens omslaan in een vijandige sfeer die ik niet begreep. Ik kon mij dan niet verweren, zag het niet aankomen. Als mijn vader op verjaardagsvisite bij ons kwam, had hij de gewoonte om mij belachelijk te maken. En ik, een volwassen vrouw, was bang voor mijn vader. Ik zorgde ervoor om op feestjes bij ons thuis uit zijn maaiveld te blijven. Mijn kinderen zeiden dan tegen mij: 'mama, je bent alleen maar aan het rennen en zorgen. Ga toch eens zitten.’

Het deed mij veel verdriet, zoals mijn vader met mij omging, dat ik een doelwit voor hem was. Ik probeerde een goede dochter te zijn, maar voldeed nooit aan zijn eisen. Ik heb een keer aan mijn dochter gevraagd, die als therapeut is opgeleid, of zij wist waarom opa zo met mij omging. Zij zei: ‘mama , opa doet dit om de aandacht van zichzelf af te leiden. Het is veilig voor hem om jou voor gek te zetten.’

In dit patroon is een omslag gekomen, toen mijn vader na gezondheidsproblemen in een verzorgingshuis werd opgenomen. Mijn tante en oom, die weinig contact met mijn vader hadden, kwamen weer in beeld. Hoewel ik goede jeugdherinneringen aan de familie van vaderskant heb, was het contact met hen in de loop van de jaren verwaterd. Achteraf heb ik vaak gedacht: hoe kan dit toch? Tijdens de opname van mijn vader ben ik weer met hen in gesprek gekomen.

Mijn tante vertelde mij, dat mijn vader psychosegevoelig is. Mijn oom vertelde dat zijn broer, mijn vader, voor hem nooit aardig kon zijn en met perioden verschrikkelijk was.

Op 55-jarige leeftijd ben ik gaan begrijpen dat de verschrikkelijke woede-uitbarstingen en het venijn van mijn vader bij zijn psychoses horen. Ik wist dit niet, maar mijn tante vertelde mij dat ik hem als kind heel goed kon kalmeren.

Ik ben stomverbaasd dat ik dit niet eerder heb gezien. Ik ben goed opgeleid als hulpverlener. Hoe kon ik zo blind zijn voor dit stukje van mijn eigen geschiedenis? Ik heb het aan een arts gevraagd, die in de psychiatrie werkt. Zij antwoordde mij: 'Esther, jij komt het nu te weten, maar je moest eens weten in hoeveel families dit nog taboe is.’ Op de aanwezigheid van psychosegevoeligheid in onze familie (ook mijn oma, mijn vaders moeder had psychoses) rustte een enorm taboe. Mijn tante en oom hebben dit nu doorbroken. Ik ben hen daar enorm dankbaar voor, maar waarom kon dit niet eerder?

Sinds ik het weet ga ik anders met mijn vader om. Ik zie door zijn kwaaiigheid heen zijn angst. Ik geef hem en mijzelf veiligheid door op een vriendelijke en resolute manier een grens te trekken. Ik bescherm mijn eigen wereld. Dat is niet wat je naar een vader toe wilt, maar zo is het voor mij mogelijk om met hem om te gaan. Ik zal nooit kunnen zeggen, dat ik een fijne vader heb gehad en dat blijft pijn doen. Ik ben blij dat de mensen in het verzorgingshuis het grootste deel van de zorg op zich nemen en ik er niet meer alleen voor sta, zoals toen ik een klein meisje was. Het geeft mij de ruimte om af en toe een ankertje voor mijn vader te zijn in zijn onveilige wereld. Ik bepaal wanneer en hoe.

Tips van Esther

  1. Schenk aandacht aan wat je vreemd vindt of niet begrijpt in je leven.
  2. De situatie aanvaarden zoals die is geeft ruimte,  ook aan verdriet.
  3. Familie is belangrijk. Onderzoek wie er voor jou kan zijn.


 

Voor iedere oplossing een probleem
Ervaringen

Voor iedere oplossing een probleem

Zolang ik mijn man Hans ken is hij eigenlijk al bezig zijn hoofd boven water te houden. Hij heeft het zwaar met alle ballen hooghouden op zijn werk, last van somberheid, is voortdurend bang om ziek te worden en hij slaapt slecht. Het leven is voor hem een beetje overleven. Daardoor is er weinig ruimte voor zijn gezin. Daar lijden wij allemaal wel onder. We hebben drie thuiswonende kinderen: twee dochters van 20 en 13 en een zoon van 17 jaar.

Toen zeven jaar geleden bij onze jongste dochter ADHD werd gediagnosticeerd, was het wel duidelijk ‘van wie ze het had’. Hans en ik hadden al de nodige therapiesessies gedaan, samen en afzonderlijk. Die hielpen altijd wel een tijdje maar niet structureel. Hij kreeg 2 jaar na onze dochter ook de diagnose ADHD en startte met medicatie en therapie. Ook dit bracht verlichting maar weg zijn de problemen zeker niet.

Zelf heb ik ook coaching gevolgd voor omgang met een ADHD-partner. Dat heeft me geholpen om sommige dingen van hem beter te begrijpen. Bijvoorbeeld dat hij nooit verantwoordelijkheid neemt en geen keuzes kan maken. En dat hij zich terugtrekt als het emotioneel te ingewikkeld wordt. De ADHD-therapeut drukte het zo uit: ‘Emotioneel is Hans blijven hangen in de puberteit’. Dat komt vooral tot uiting in conflicten met onze kinderen. Hij gedraagt zich dan meer als een oudere broer dan als een vader. Met veel  ‘ja maar jij’s’ en een hoop gebekvecht over en weer. Dan voelt het alsof ik er een vierde puber bij heb, in plaats van een partner die samen met mij de kinderen opvoedt.

Hans heeft een gebruiksaanwijzing, die ik nu iets beter ken. Helaas vindt hij het nog steeds moeilijk om naar zijn eigen stukje te kijken. Naast de dingen die bij ADHD horen, heb ik eigenlijk meer last van de problemen die er bij Hans mee samen gaan: zijn somberheid, zijn gepieker en vooral zijn angsten. Hij is heel bang om ziek te worden. Dat speelt nu met corona extra op. Hans kreeg op zijn 35e al een pacemaker, heeft een zwak hart en heeft sarcoïdose. Hij is heel bang om corona te krijgen en daar heeft vooral onze oudste dochter veel last van. Ze zit op het conservatorium, waar gelukkig de meeste lessen nog fysiek doorgaan. Maar Hans is daardoor doodsbenauwd dat ze corona mee naar huis brengt en praat voortdurend op haar in, dat het belachelijk is dat die lessen nog doorgaan. Dat ze thuis zou moeten blijven. ‘Ik ben in staat om je studieleider op te bellen en te eisen dat ze online lessen moeten gaan geven!’ roept hij dan tegen haar. Mijn dochter kan die ‘druk’ niet aan en reageert daar emotioneel op. Het escaleert regelmatig tussen hen. Dan moet ik het weer komen sussen en op beiden inpraten.

Die angst van Hans om ziek te worden trekt ook een wissel op mij. Zo mocht ik in het verleden bij elke dierziekte die in het nieuws was, wekenlang bepaalde dingen niet kopen of bereiden. Gekkenkoeienziekte: ik was gek dat ik nog vlees kocht. Fipronil eieren: hoezo kocht ik nog eieren? Terwijl er helemaal geen echt gevaar was. Daar ben ik lange tijd in mee gegaan, voor de lieve vrede. Maar daar ben ik mee gestopt. Ik kook nu weer gewoon wat ik wil en dat accepteert hij. Een stukje vooruitgang dus.

Dat gepieker en negatieve gedrag zuigt mij wel leeg. ‘Jij hebt voor iedere oplossing een probleem’ zeg ik weleens tegen Hans. Ik heb gelukkig een hele leuke baan waar ik veel positieve energie uithaal. Waarin ik afleiding vind en wel gewaardeerd word. Daarnaast geniet ik van het wandelen met de hondjes en het afspreken met vriendinnen. Wat ik ook heb geleerd is loslaten. Ik ben van nature een zorgzaam en ordelijk type. Voorheen was ik teveel bezig met alle gezinsleden, inclusief Hans, voortdurend te herinneren aan dingen die ze zelf dreigden te vergeten. Ook probeerde ik altijd de sfeer in huis goed te houden. Dat doe ik nu veel minder. Daar hebben mensen ook hun eigen verantwoordelijkheid in, houd ik mezelf voor.

Toch slik ik nu ook antidepressiva, wat zorgt dat dit loslaten en het omgaan met de stress iets gemakkelijk gaat. De ADHD-medicatie en antidepressiva die Hans gebruikt, helpen gelukkig ook iets voor zijn stemming en maken dat hij soms ook dagen heeft dat het wel lekker loopt. Die stressvrije dagen zijn prettig en dan laden we weer op.

Tips van Angelique 

  1. Blijf leuke dingen doen waar je van oplaadt. Voor mij is dat vooral mijn werk, wandelen met de hondjes en afspreken met vriendinnen.
  2. Laat je niet teveel meeslepen door angsten van de ander waarin hij jou bepaald gedrag wil opleggen. Stop er mee en merk –hopelijk- dat de ander dit aankan.
  3. Geen vrolijke tip, maar als het echt zwaar is kan antidepressiva helpen om je net wat meer energie te geven om ermee om te gaan.
Verdieping

Onafhankelijk cliëntondersteuner

Elke gemeente heeft een onafhankelijk cliëntondersteuner,

Wat doet een cliëntondersteuner?

Een cliëntondersteuner helpt en denkt mee over zorg en ondersteuning: wat past bij jou of je dierbare, welke keuzes kun je maken?

Onderwerpen

Werk en opleiding

Als mijn vriend iets te doen heeft, gaat het veel beter met hem. Structuur en zinvol bezig zijn helpen hem er bovenop.

Onderwerpen

Wonen

Ik gun mijn dochter een prettige woning, waar ze goed, veilig en voor onbepaalde tijd kan blijven wonen. Zelfstandig, maar met begeleiding. Dat zou ook mij rust geven.

Het huis van mijn moeder is zo’n chaos. Ik wil haar graag helpen opruimen en schoonmaken, maar dat wordt altijd ruzie.

Aandoeningen

Aandoeningen: introductie

Vaak heeft iemand met psychische kwetsbaarheid een diagnose gekregen. Dan wordt gezegd dat iemand een bepaalde aandoening heeft. Bijvoorbeeld een depressie, verslaving, ADHD, of een combinatie van aandoeningen.

Maar iedere persoon en situatie is anders. Uiteindelijk is het niet zo belangrijk welke aandoening iemand heeft. Het gaat erom waar iemand in het dagelijks leven last van heeft.

Ik bleef in de hulp- en begrip modus
Ervaringen

Ik bleef in de hulp- en begrip modus

Ik ontmoette Erik tijdens een opleiding tot radiotherapeutisch laborant. Ik was 36, hij 27. ‘Wat een betweter’, dacht ik. Maar tegelijk vond ik hem ook wel stoer en op een bepaalde manier aantrekkelijk. We werden vrienden. Ik bleef hem egocentrisch en ‘apart’ vinden. En akelig intelligent. Maar na mijn scheiding van mijn toenmalige echtgenoot troostte hij mij zo lief dat er toch iets ontstond tussen ons. We zijn uiteindelijk getrouwd en kregen een dochter en een zoon.

Hij was een goede vader, maar had moeite met emotiebeheersing. Hij kon heel driftig en extreem zwart-wit zijn. Daarnaast had hij een seksverslaving, zo ontdekte ik. Hij hield van SM. Ik vond dit raar maar ging er wel in mee, uit liefde voor hem en omdat ik ook wel in ben voor ‘nieuwe dingen’. Ik ben daarnaast iemand die alles wil snappen. Ik wilde hém ook snappen. Door veel te lezen was het mij duidelijk dat hij een vorm van autisme had. Dat maakte dat ik zijn vluchtgedrag beter begreep. Het was een manier om aan zijn emoties te ontsnappen. Maar dat begrip maakte ook dat ik nog meer over mijn grenzen heen ging en hem liet begaan. Hij kon er tenslotte weinig aan doen dat hij zo was.

Toch ging het uiteindelijk niet meer. Zijn obsessie met seks en bezoek aan SM-feestjes werd steeds erger. Hij keek vaak tot diep in de nacht naar porno. We zijn even uit elkaar geweest maar met veel relatietherapie kwam het weer goed. We emigreerden naar Curacao, het eiland waar ik geboren ben en graag naartoe terug wilde. Erik ging werken als docent en alles leek goed te gaan. Maar niet lang. Hij kreeg thuis én op school steeds meer driftbuien en wat erger was: onze dochter Nathalie van 11 jaar vertoonde vergelijkbare gedragsproblemen. Ze kreeg er wel therapie voor maar op Curacao is het niveau van ggz-hulp een stuk lager dan in Nederland. Haar driftbuien werden steeds erger. Regelmatig moest ik haar broertje David beschermen tegen haar agressie. Ze verweet me dat ik alleen van David hield en bedreigde me zelfs met een mes. Ook nu bleef ik in de ‘hulp- en begrip’-modus. Ik las me suf om haar gedrag te begrijpen. Van Erik hoefde ik geen steun te verwachten. Die vond haar gedrag normaal. Uiteindelijk kon ik het niet meer aan en zag ik in dat Nathalie serieuze hulp nodig had. We besloten dat zij en haar vader samen naar Nederland zouden gaan. David bleef bij mij wonen.

Hopend dat het goed ging in het verre Nederland konden David en ik even ademhalen. Maar wederom niet lang. David miste zijn vader te veel. Het ging met David ook niet goed, merkte ik. Ook hij keek veel naar porno, begon met blowen en zat niet lekker in zijn vel. Dus vertrokken wij ook naar Nederland. Na een korte hereniging eindigde ons huwelijk in een pijnlijke vechtscheiding. Op één of andere manier keerden mijn eindeloze pogingen om mijn gezin te begrijpen, steunen en helpen zich tegen mij. De kinderen wilden bij hun vader wonen. Ze vonden mij een bemoeial en een ‘slechte moeder’. Vermoedelijk speelde ook mee dat ze op dat moment echte pubers waren en bij hun vader alle vrijheid kregen. Hij deed zijn eigen ding. Ik bleef alleen achter, want mijn kinderen wilden na een tijdje geen contact meer met mij.

Mijn dochter kreeg op haar 18e de diagnose borderline. Ik begrijp daardoor ook haar gedrag beter en besef dat ik haar echt los moet laten. In haar ogen kan ik het niet meer goed doen. Ik heb al twee jaar geen contact meer met haar. Dat doet pijn, maar ik kan nu wachten. Het geeft me ook rust. Over mijn zoon maak ik me wel zorgen. Hij heeft volgens mij net als zijn vader last van verslavingsproblemen en is gestopt met zijn studie. Maar ook hij ziet mij nog steeds als bemoeierig. Ik heb hem te zeer willen beschermen denk ik. Sinds kort is er weer voorzichtig contact. Ik koester het en forceer niets. Niet meer.

Inmiddels woon ik weer op Curacao en heb een nieuwe geliefde. Hij heeft ook autisme-trekken dus ik ben gewaarschuwd. Maar ik heb niet stilgezeten en zie ook mijn eigen aandeel onder ogen in de problemen met mijn man en later mijn dochter. Je kunt te ver gaan in je drang om je partner of kind te redden. In mijn geval was dat zo. Ik las me suf over wat ze ‘zouden hebben’ en leefde me vervolgens zo in dat ik te meegaand en begripvol was. Maar zachte heelmeesters maken stinkende wonden. Ik faciliteerde hun gedrag en hield het feitelijk in stand. Daardoor hielp ik hen uiteindelijk niet en mezelf ook niet en werd het gedrag alleen maar erger. Het is goed om dit te beseffen. Als je jouw eigen aandeel erkent in het problematische en grensoverschrijdende gedrag van je naaste, kun je wat aan je eigen aandeel ervan doen. Eerder je grenzen aangeven. Daarmee raak je niet verstrikt in patronen die jouzelf ook langzaam kapot maken en je alleen maar verder verwijderen van je naaste. In de relatie met mijn huidige partner pluk ik de vruchten van dit nieuwe inzicht. Ik ben niet meer alleen met zijn welbevinden bezig. Er is nu eindelijk ruimte voor mijn eigen dingen.

Tips van Astrid 

  1. Lees over het gedrag van je naasten. Daardoor krijg je meer begrip. Maar waak ervoor om vervolgens te veel mee te gaan in dit gedrag.
  2. Onderzoek ook wat je eigen aandeel is in het problematische en grensoverschrijdende gedrag van je naaste. Je eigen gedrag kun je veranderen, dat van je naaste niet.
  3. Zie in dat afstand nemen soms de enige optie is. Durf los te laten en te wachten tot je naaste weer naar jou toe komt. Leef je eigen leven.

 

Abonneer op

Gebruiker registratie informatie banner

Log in om de meest relevante verhalen te krijgen die aansluiten bij jouw voorkeuren. Nog niet geregistreerd? Meld je gratis aan. Uiteraard gaan we zorgvuldig om met je privacy.