Hij is wie hij is
Ik heb een lijst met foto’s van mijn zoon. Daarop zie ik een jongen die een hele normale jeugd had. Er waren wel dingen: zijn vader en ik zijn gescheiden toen hij 10 jaar was. De relatie tussen hem en mijn nieuwe partner was water en vuur. En hij gebruikte weleens middelen toen hij 15,16 jaar was. Maar toch. Hij heeft zijn school doorlopen en begon met een opleiding.
Toch is het op een gegeven moment misgegaan. Misschien was het altijd wel latent aanwezig. Hij heeft zijn opleiding af kunnen maken en heeft nog een aantal jaren gewerkt. Tot het echt niet meer kon.
Mijn zoon heeft schizofrenie en is depressief. Hij kan eigenlijk niet genieten. Het is heel moeilijk om daarmee om te gaan. Je probeert elke keer een prikkel te geven, dat hij zich wat beter in zijn vel voelt zitten. Als ik zie dat hij geniet, al is het maar een klein beetje, dan voel ik mezelf ook meteen beter. Ik heb toch wel een beetje, ja, een schuldgevoel over het verleden. En ik kan me ook schuldig voelen als ik zelf aan het genieten ben, ook al gunt mijn zoon mij dat echt wel.
Ik heb veel meegemaakt met mijn zoon en grote zorgen over hem gehad. Tien jaar geleden vond ik hem, op tijd, nadat hij zelfmoord had geprobeerd te plegen. We zaten in de molen van de ene psychiater naar de andere waarbij verschillende diagnoses werden gesteld. In al die jaren van tobben is hij ook nog verslaafd geraakt. De hulpverlening vond ik lang niet altijd adequaat. Tot een aantal jaar geleden.
Nu is hij een jaar clean. Maar het blijft gewoon heel zwaar. Ik sta ermee op en ga ermee naar bed, ik blijf toch zijn moeder. De angst blijft dat hij terugvalt in zijn verslaving. Ook al neemt hij zijn medicijnen trouw in, houdt hij zijn huis op orde en kookt hij iedere dag. Ik mag hem niet te veel helpen in huis, want hij wil zelf de regie houden. Als ik me te veel met dingen bemoei, zegt hij ‘NIVEA!’ (niet invullen voor een ander). Ik ben trots dat hij zover is gekomen.
Ik heb zelf ook een tijdje antidepressiva gebruikt, maar daar begin ik niet meer aan. Als ik mijn ei maar kwijt kan, dat is heel belangrijk voor mij. Ik ben een tijdje bij de praktijkondersteuner van de huisarts geweest, ik kan terecht bij mijn zus die meeleeft en ik maak er geen geheim van. Natuurlijk krijg ik weleens goedbedoelde adviezen, zoals ‘hij moet een schop onder zijn kont krijgen’, maar eigenlijk zijn de meeste mensen begripvol.
Naarmate ik ouder word merk dat ik geestelijk moe word. Ik zie hem bijna dagelijks, ik wil voorkomen dat hij zich rot gaat voelen. We wonen vlak bij elkaar en doen veel leuke dingen samen: wandelen, fietsen, kleren kopen. Soms kookt hij voor me, dat kan hij heel goed. We hebben een goede band samen.
En ik zoek mijn afleiding. Ik zing in een koor en wandel graag. Ik had altijd enorm veel afleiding van mijn werk en nu ik met pensioen ben van mijn vrijwilligerswerk. Werken in de zorg vind ik heerlijk, je krijgt zoveel terug van mensen.
Ik hoop dat ik nog lang voor mijn zoon kan zorgen. Ik wil vertrouwen blijven houden en er voor hem zijn. Mijn verwachtingen temper ik bewust. Ik kan wel van alles willen voor hem, maar hij is wie hij is. Het zou mooi zijn als er meer mogelijkheden zijn om een buddy te vinden voor mensen zoals mijn zoon, een leeftijdsgenoot met wie hij kan optrekken. Ik hoop ook dat er meer begeleiding en hulp komt voor naasten vanuit de hulpverlening. Wij zijn het vangnet en dat wordt lang niet altijd zo gezien.
Tips van Janna
- Ook al is het moeilijk, blijf vertrouwen houden.
- Laat je kind weten er altijd te zijn.
- Heb geen te hoge verwachtingen, wapen je tegen teleurstellingen.